dinsdag 20 december 2016

Fijne feestdagen!

En een goed en veilig uiteinde, met warmte en gezelligheid. Twee zachte armen om je heen. Je beschermt voelen. Of bescherming geven, aan je kinderen. Uitstralen dat je ze vertrouwt, dat ze goed zijn zoals ze zijn en dat ze op jouw, als ouder, terug kunnen vallen als het niet lukt.
Goede voornemens voor het nieuwe jaar, hoe pak je het aan?

Luister oprecht naar de verhalen die het kind vertelt, geef aandacht.
Reageer op wat je kind doet, 'dat heb je goed gedaan.'
Praat samen, zodat je weet wat er in je kind omgaat.
Help je kind om een probleem in kleine stappen op te delen.
Geef een knuffel,
En zeg dat je van je kind houdt.

Ervaart een kind deze warmte, dan luistert het kind makkelijker en beter naar regels en afspraken, is het kind beter in staat om te gaan met pesterijen en zal het kind minder snel kattenkwaad uithalen. Ciske de Rat zong het eerder: "twee zachte armen om me heen, die mij altijd beschermen zouen."

donderdag 24 november 2016

soms best erg

'Kan ik je helpen?' ... 'Nee, dat is niet eerlijk! Piet, iiiikkkkkk had het gevraagd, ga aan de kant!' -Piet wordt weggeduwd en valt. Boos en bedroefd. Het gaat vaak goed, een leuk en lief kind. Behulpzaam, vriendjes, gezellig kletsen. Maar soms zo ontzettend kwaad en verdrietig. Schreeuwen, slaan, schoppen en huilen.
Wat is het precies, hoe kan ik reageren en hoe kan het kind uit de bui worden geholpen? Het kind weet achteraf vaak goed wat er is gebeurd, op het moment zelf absoluut niet. Als dit soort buien weleens voorkomen, is het goed met het kind om met het kind over gevoelens te praten. Blij, boos, bang en bedroefd - hoe zien die eruit? Doe maar eens voor met je gezicht! Waar voel ik ze? Als het kind de emoties goed ziet dan kan een aandacht oefening werken om je lichaam goed te voelen. Samen met het kind de ogen dichtdoen en stil zitten als een kikker. Of staan als een aap en alle nare gevoelens door je staart heen wegsturen.
Het kind staat stil bij wat er gebeurt, overziet de eigen gevoelens beter en kan even rust houden.


1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 .... 'Dit vind ik niet leuk Piet, ik vroeg het eerst.' En wat nu? 'Zullen we samen helpen?'


Op youtube staan voorbeelden, of zoek op mind in de google play store, oefeningen genoeg!

woensdag 26 oktober 2016

Tik tak

Hoeveel tijd is er nog? Over vijf minuten gaan we eten. Lekker spelen nog even! O, nu al eten? Ik moet nog opruimen... Dan ben je te laat.
Het besef van tijd is voor sommige kinderen erg lastig, wat zijn vijf minuten, een kwartier een half uur? Hoe kan ik dat zelf zien op de klok? Zoveel cijfers en twee wijzers... Het is niet makkelijk! Leren klokkijken gebeurt meestal op school, maar als dat nu niet helemaal mee zit? Thuis oefenen kan een goede aanvulling zijn. Oefen met op vaste tijden wat drinken, avondeten, buitenspelen, etc.. Wijs hierbij elke keer naar de klok en leg het kind uit hoe laat het is, en hoeveel tijd er is. Het hebben van een 'stilstaande'/speel klok kan goed helpen om te laten zien wat er bedoelt wordt met een bepaalde tijd. Combineer het praten (uitleggen van tijd) met kijken (op de klok). De speelklok kun je ook samen knutselen!
Voor meer tijdsbesef oefen je met een timer of stopwatch (op iedere mobiele telefoon). Maak er een spel van, laat het kind zoveel mogelijk doen in vijf minuten, bijvoorbeeld zoveel mogelijk lezen. Bespreek erna hoe het ging, hoe het voelde in zo'n korte tijd. Spelenderwijs leren hoelang iets duurt helpt om verder te komen met het begrijpen van tijd. Tijd voor tijd!

dinsdag 20 september 2016

Hoe doe ik dat?

Bij de begeleiding van jongeren komt de vraag vaak voor. Van de jongere aan mij, of soms in mijn eigen hoofd. Sociale contacten opbouwen, meer bewegen, prettig in mijn vel zitten; hoe doe ik dat? Uitleg geven, een rollenspel, zelf een vraag stellen en af en toe het antwoord geven. De begeleiding is zoveel mogelijk aansluiten bij de vraag van de jongere. Soms is de vraag van de jongere er niet, wel vanuit zijn of haar omgeving. Naar de uitleg wordt niet geluisterd, het rollenspel kan ik wel vergeten, de vraag wordt genegeerd en het antwoord niet gehoord. Wat wil de jongere wel? En, hoe doe ik dat? Aansluiten bij waar de jongere op dat moment staat. Een aansluiting dichtbij het sukkelige/saaie/stomme ‘iets’ wat die omgeving dus als een probleem ziet. En dat heb ik al zo vaak gehoord en daar moeten wij nu dus iets mee, maar daar wil ik met jou niks mee. Wat ik wel wil? Mijn telefoon en een luie stoel. Op die telefoon gebeurt HET.
Opeens heb ik het, de google play-store, zit ook op die telefoon. In die google play-store daar zit al dat sukkelige/saaie/stomme ‘iets’ verpakt in apps, hoe om te gaan met ….. Daar zitten we, de telefoon als aansluiting, de apps als brug en het ‘iets’ komt steeds dichter bij, maar wel leuk verpakt!

vrijdag 19 augustus 2016

(on)zichtbaar

Lekker kleuren, schilderen en kliederen. Vol met de handen in de verfpot, al druppelend deze er weer uit trekken en smeren maar! Eén grote kliederboel. Op het grote stuk karton kan het kind zijn gang gaan. Geen regels, alles mag. "pas op - kijk uit - niet doen" hoeft niet gezegd te worden, dat hoort dit kind bijna dagelijks. Ik heb het omgedraaid: op het stuk karton mag alles. De randen van het karton zijn de grens. Het kind leeft zich uit en geniet. Op een positieve manier weet het kind tot waar het kan gaan. De grens is duidelijk zichtbaar, op deze manier kan het kind oefenen met grenzen. Wat is de grens bij voorwerpen, de grens in situaties, de grens bij de ander en de grens bij mijzelf? Octo en Patrick (twee figuren uit de serie Spongebob) zwemmen in de woeste zee op het karton. Binnen de gestelde lijnen kan alles. 

woensdag 20 juli 2016

Sjalla hee, sjalla la sjalla hopsasa

Het is vakantie! En wat een heerlijk weer. Door de zon ziet het er allemaal een stuk vrolijker uit. Een duik nemen, in het diepe... Ik ga ervoor! Verhuizen en samenwonen; geen loondienst, maar mijn eigen praktijk. Heel spannend, toen ik tijdens het opruimen een oude video tegenkwam van Pippi Langkous moest ik denken aan haar motto: "Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan". Heel mooi in deze tijd. Met de vakantie in het vooruitzicht een heel goed voornemen voor deze zomer. Zijn er dingen die je niet hebt gedaan, want je denkt 'Ik kan het niet, het zal me niet lukken.' Stel jezelf de vraag 'Hoeveel bewijs is daarvoor?' Misschien is het wel een nieuw talent. Er valt veel te ontdekken. Aan de slag in je eigen huis, tuinieren, schilderen, nieuwe sporten uitproberen, samen met de kleintjes iets maken, doen of bekijken. Ga ervoor!

dinsdag 21 juni 2016

Zelfregulatie op het EK

"Dan word ik dus heel boos en dat wil ik niet", besluit het 8jarige jongetje bij mij aan tafel. Hij vertelde over ruzies op school, op het voetbalveld en thuis met zijn broer. Aan tafel kan hij goed uitleggen wat er gebeurt, en wat hij beter had kunnen doen. Op het veld lukt hem dat niet. Samen gaan we werken aan zelfregulatie. "Wat is dat??"
Ken je Christiano Ronaldo? Hij speelt voor Portugal. Hij is een goede voetballer, kan hard rennen met de bal. Overspelen doet hij niet zo vaak, liever scoort hij zelf. Als de scheidsrechter fluit wordt hij gelijk boos. Als het te lang duurt gaat hij anderen duwen en schreeuwen. De andere spelers vinden hem niet zo aardig. Ronaldo heeft weinig zelfregulatie.
Ken je Gareth Bale? Hij speelt voor Wales. Hij is een goede voetballer, hij speelt over naar de medespelers en zorgt voor kansen om te scoren, of scoort zelf. Als de scheidsrechter fluit kijkt hij op en luistert goed. De andere spelers vinden hem aardig. Bale heeft veel zelfregulatie.
Aandachtig luistert hij naar mijn 'kennis' over voetbal, hij knikt, kent de voetballers wel. "Ik zou wel meer als Bale willen zijn, kan ik dat leren?" Laten we kijken hoever we komen, tot de finale van het EK!

woensdag 18 mei 2016

Fruit!

Soms kun je nog wat leren door te luisteren naar het mensje tegenover je aan tafel. Het jongetje van tien jaar heeft een reeks diagnoses opgeplakt gekregen in de afgelopen jaren. Druk, anders dan anderen en extreme angsten, waardoor hij naar het speciaal onderwijs gaat. Op school loopt dat best goed, maar thuis, buiten in de speeltuin werkt het niet altijd even soepel. Hij rent wat houterig, kijkt de anderen met een scheef oog aan en snapt grapjes niet zo snel. De anderen lachen, maken een opmerking. Hij maakt zich kwaad, maat het lukt hem om zich te beheersen. Hij zegt: "ik vind het zo niet leuk, kunnen we ook samen een ander spel doen? Ik heb Jeu de boules bij me." De andere kinderen houden hun mond, ze kennen Jeu de boules niet, en knikken. "We doen graag mee."
Ik praat later met hem over het spelen in de speeltuin, hij zegt: "ach, sommige kinderen zijn zure appels, en wat ben ik?" Ik weet het niet zo goed, "een Jonagold?" Hij begint te lachen, "nee hoor, ik ben een banaan, maar we zijn allemaal fruit!"

maandag 18 april 2016

hoe kan het?


Op sommige dingen heb je geen grip, al zou je dat nog zo graag willen. Jongeren (met een beperking) behoeden voor de pijn, het verdriet van het missen van een dierbare. Altijd moest ze lopen, heel ver. Ze heeft gevochten, maar kon niet meer. ‘Hoe kan dat nou, dat je niet wil eten?’ vroeg een jongen aan mij. ‘Dat bestaat toch niet.’ Helaas wel, ik probeer hem uit te leggen dat je stemmetjes in je hoofd kunt hebben, die blijven maar doorpraten. Over wat je wel moet doen, wat je niet moet doen. Dat snapt hij wel, maar deze stemmen dan? Wat zeggen die… Deze stemmen zeiden dat ze niks mocht eten, en als ze iets at dat ze dan heel ver weg moest lopen – tot ze niet meer kon – en dan weer terug. Hij knikt, ‘het is niet eerlijk.’ En nu de begrafenis, hoe gaat dat, wat moet ik aan en moet ik iets doen? We gaan op de bank zitten, ik leg hem uit hoe een uitvaart verloopt; het afscheid, het begraven en het condoleren. Hij knikt, lijkt het te snappen, en wil nog even kwijt: ‘In de hemel zouden ze je gewoon terug moeten sturen. Zo jong, dan mag je daar nog niet naar binnen.’

 
Voor hulp bij rouwverwerking:


Aanwezig en dichtbij zijn voor het kind,
vragen beantwoorden die het kind heeft,
samen nadenken over het afscheid nemen.

vrijdag 18 maart 2016

op jezelf

Of ik even wilde poseren, vroeg mijn nichtje, wel met mijn handen voor mijn ogen zodat ik niet herkenbaar in beeld kom. Het is voor een speciaal project, op de academie in Brussel. In België proberen elke week 5 studenten een einde aan hun leven te maken. Dat is veel, te veel aangezien niet alle cijfers bekend zijn ligt het aantal waarschijnlijk zelfs hoger. Hoe komt dit? Belgische jongeren leren niet om over hun gevoelens te praten. Tijdens de studententijd zijn er al snel (veel) negatieve gevoelens, door het ervaren van negatieve gebeurtenissen zoals slechte cijfers en een relatiebreuk. Leren bewust worden van deze gevoelens, leren praten over deze gevoelens, en hulp zoeken – dat wil de academie onder de aandacht brengen. Mijn nichtje had een goed idee, posters die nieuwsgierigheid opwekken. Natuurlijk wil ik daar aan meewerken!


In Nederland lopen ook veel jongeren rond met negatieve gevoelens, voor informatie, een luisterend oor en hulp: https://www.113online.nl/

woensdag 3 februari 2016

Grote mond ...

“Jij mόét naar mij luisteren. Ik zeg wat jij moet doen.” Met mijn voet stop ik de voetbal die naar mij toe rolt. Ik kijk het kereltje aan, tien jaar oud. We zijn buiten aan het voetballen. Hij staat achter en wil niet dat ik in het doel ga staan. Ik kijk hem aan, “Pardon? We luisteren naar elkaar, je mag wat aan mij vragen.” Hij begint te trillen, “Ben je boos, zijn we vriendjes?”
Hij is vooral erg druk, met hem naar buiten gaan vinden ouders het belangrijkste voor nu. Hij kan zijn energie kwijt, ik kan hem beter leren kennen. Deze vent heeft de afgelopen tien jaar genoeg meegemaakt. Een lief mannetje met een hele grote mond. Ik benoem dat ik het niet leuk vind, schreeuwen is niet nodig als ik dichtbij sta. We zijn nog geen vriendjes, ik ken je pas kort, wel vind ik je aardig. Hij knikt, we kunnen verder spelen. Opboksen tegen twee grote broers is het minste van al zijn problemen. Beschermd voelen door het gezin waar je in opgroeit is erg belangrijk voor de verdere ontwikkeling. Ik merk dat hij zich groot maakt, verschuilt achter het gebruik van moeilijke woorden, schreeuwen en schelden. Maar als het er op aan komt, grijpt hij snel mijn hand voordat we oversteken.