maandag 17 augustus 2020

Ontwikkeling en opvoeding

Weer de trap op, de slapkamer in; dikke tranen, brullen. Ik wil niet slapen. Geruststellen, muziekje aan en naar beneden. Maar, ik hoor hem alweer. De trap op, speentje geven, terug naar beneden. 's Nachts, slapend bij ons op de kamer, gaat het verder. Speentje erin, lieve rustige woordjes, een liedje zingen; het wil allemaal even niet. De dag erop wrijf ik de slaap uit mijn ogen tijdens de intervisie. We bespreken verschillende (wetenschappelijke) artikelen uit vakbladen waarbij opeens mijn oren wijd open staan als een collega een artikel bespreekt over pedagogiek en antropologie. "... acht uur achter elkaar doorslapen, in een eigen bedje, in een aparte kamer, cultureel gezien een uitzondering is ..." . Ho, wacht even, dat "onze zoon niet sliep zoals wij wilden dat hij sliep, betekende niet dat er iets mis was met hem; het betekende gewoon dat hij nog niet klaar was om gesocialiseerd te worden in onze culturele manier van slapen." Meer kijken naar vanuit welke blik, welk denken de pedagogische praktijk is opgebouwd. Zien we het individuele kind, de ouders, en de maatschappelijke processen? Is dat normaal wel zo normaal.
Ik sta er nu bewust bij stil. De verwachting die wij hebben, de maatschappelijke norm. Is ons kind er klaar voor? Hoe kunnen wij hem hier wel bij helpen? Ook in mijn werk, de ander als perspectief te nemen. Vanuit de context van het gezin kijken, dat als perspectief te nemen. Leg eens uit, geef maar aan, en hoe kunnen we er voor jou passend mee omgaan?
Oja, er was een onweersbui gisterenavond, misschien was dat wel even heel spannend. Morgen proberen we het weer opnieuw, kom maar - een extra dikke knuffel van mij voor jou.